Tijdens ons bezoek aan Senbette Shalla kwam er een oudere moeder met haar dochter van zestien jaar naar ons toe. De dochter was een jaar geleden getrouwd met een moslim die beloofde christen te worden, maar in plaats daarvan zijn vrouw emotioneel misbruikte. Op een gegeven moment werd dit haar teveel. Ze liet haar pasgeboren dochtertje achter en vluchtte weg, naar haar moeder.
Moeder vertelde dat elk kind een schepsel van is God en iedere moeder daarom de verantwoordelijkheid heeft voor haar kind te zorgen. Een aantal dagen later keerde de dochter terug. Ze was verbaasd dat haar kindje nog leefde, het was met geitenmelk in leven gehouden. Samen met haar baby trok ze in bij haar moeder, die zelf al moeite heeft om rond te komen. Hoewel verenigd met haar kind, nam de dochter geen enkele verantwoordelijkheid met betrekking tot de zorg voor de baby. Het kindje woog op den duur met 4 maanden nog maar 3 kilo. Het werd naar de lokale kliniek gebracht en werd ontving daar speciale voeding. De dag dat het kindje werd ontslagen uit de kliniek, ontmoetten wij oma, dochter en baby bij de kerk in Senbette Shalla. Ik vergeet het niet snel meer: de jonge moeder met een slap bundeltje in haar armen, gewikkeld in een paar vieze smoezelige doeken. Het kindje, vel over been, flink verkouden en kortademig. Haar oogjes leken uit te roepen: help me! Het was duidelijk te zien dat dit kindje zou overlijden als er niets veranderde. We besloten moeder en baby mee te nemen naar Debre Zeit om intensieve begeleiding te kunnen geven.
De eerste weken verbleven beide bij ons in huis. Ik wilde haar intensief begeleiden en had al snel door dat moeder inderdaad geen enkele verantwoordelijkheid nam voor het kleine zwakke baby’tje. Ook vertelde ze dat ze het kindje had achtergelaten omdat ze haar man was gaan haten en niet meer geconfronteerd wilde worden met iets wat van hem was. Die eerste weken waren zwaar maar enorm waardevol. We zagen de moeder groeien in haar zorg voor de baby en we trainden haar om ’s nachts wakker te worden om haar kindje te voeden. We stimuleerden haar vooral zoveel mogelijk zelf te voeden. We zagen de liefde tot haar baby meer en meer groeien.
Na een aantal weken kwam er een plekje vrij in onze noodopvang voor tienermoeders, niet ver van ons huis vandaan. Moeder vond het erg eng om op eigen benen te gaan staan, maar was dapper. Op dit moment volgt ze samen met de andere tienermoeders de mandentraining. Het kindje is enorm aangesterkt en heeft nu een heuse onderkin en wat vetrolletjes! Ze is actief en heeft een enorm sterke wil en overlevingsdrang. Zodra ze sterk genoeg is en moeder het manden maken onder de knie heeft, keren ze terug naar hun familie in Shalla. We hopen en bidden dat deze jongedame ook op geestelijk gebied sterker mag worden en straks in Shalla een schijnend licht mag zijn voor de mensen.
Gerdine Marijs